Een werknemer van zestig jaar met een lang dienstverband en uitsluitend goede beoordelingen wordt ziek. Hij wil na enkele maanden weer aan de slag, maar krijgt vooralsnog geen passende functies aangeboden. Na een jaar wel, en het gaat ook goed, maar de werkgever laat ondanks volledig herstel de werkuren niet toenemen. Drie jaar na ziekmelding wil de werkgever van de werknemer af wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
Een echtpaar koopt in september 2021 voor € 440.000 een nieuw huis. De sleutel krijgen ze op 7 februari 2022. Uiteraard wordt netjes 2% overdrachtsbelasting betaald. Maar op 1 maart 2022 verkopen ze het huis weer, voor € 528.000. Ze hebben namelijk op 14 januari 2022 een ander huis, hun droomhuis, kunnen kopen, waarvan ze op 18 februari 2022 de sleutel krijgen. Ze ontvangen een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting van € 33.440. Terecht?
Een werkneemster en haar werkgever sluiten in het kader van de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst een vaststellingsovereenkomst. Daarin krijgt ze onder meer een vergoeding van ziektekosten toegekend. Volgens de Belastingdienst is deze belast met loonheffing. De medewerkster denkt daar anders over. Hoe oordeelt de rechter?
Een ondernemer heeft ruim tien jaar een eenmanszaak in het implementeren van SAP-software en het adviseren daarover. Na een motorongeluk in november worden lopende en nieuwe opdrachten opgezegd. De ondernemer gaat het volgende jaar per 1 juni fulltime in loondienst. In zijn aangifte over dat jaar geeft hij geen winst aan, maar wel niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek. Volgens de Belastingdienst is de eenmanszaak per 30 mei van dat jaar gestopt, hetgeen leidt tot bijtelling van de fiscale oudedagsreserve. Zelfstandigenaftrek wordt geweigerd.
Per 1 januari 2022 vervalt de functie van een medewerker. In oktober 2021 heeft de werkgever bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend en de medewerker een vaststellingsovereenkomst aangeboden. Na toestemming van het UWV wordt het contract opgezegd met de mededeling dat de medewerker geen transitievergoeding krijgt, omdat hij alle aangeboden passende functies heeft geweigerd. De medewerker claimt deze nu via de rechter.
Een onderneemster heeft financiële activa – effecten en banktegoeden – van meer dan € 1.300.000 in privé. Omdat zij met haar bedrijf investeringsplannen heeft, komen deze financiële activa op de balans van de zaak. Dan overlijdt ze. De erfgename past de bedrijfopvolgingsregeling toe, maar de Belastingdienst weigert deze over de financiële activa. Een aanslag erfbelasting van € 651.514 volgt.
Een vastgoed-BV heeft een perceel grond. Het is door de gemeente aangewezen als perceel waarop een voorkeursrecht zou worden gevestigd. De gemeente doet enkele jaren later een bod van € 487.300, volgens de directrice-grootaandeelhoudster (DGA) van de BV een schandalig voorstel. Toch koopt de DGA het perceel een jaar later voor € 500.000 van de BV, en ontvangt enkele jaren later bij overdracht van het perceel een schadeloosstelling van € 1.900.000, die volgens de Belastingdienst belast is. Wat vindt de rechter?
Als een organisatie met vrijwilligers werkt, kan de vrijwilligersregeling van toepassing zijn. In dat geval hoeft u geen loonheffingen in te houden en af te dragen. Voor het toepassen van de vrijwilligersregeling gelden wel enkele voorwaarden.
De zomer is een mooie periode voor teamuitjes. Maar hoe zit het met de loonheffingen? Of u voor een teamuitje de gerichte vrijstellingen voor reiskosten en maaltijden kunt toepassen, is afhankelijk van het karakter van het teamuitje: overwegend zakelijk, overwegend consumptief, sociaal en maatschappelijk of splitsbaar. We geven enkele voorbeelden.
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) heeft een vordering in rekening courant op zijn B.V. van ruim € 156.000. Hij heeft namelijk enkele jaren geen salaris opgenomen. In zijn aangifte inkomstenbelasting boekt hij de ruim € 156.000 af als negatief resultaat uit terbeschikkingstelling. De Belastingdienst corrigeert deze aftrekpost. Hoe oordeelt de rechter?