Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een bouwtechnisch adviesbureau ontvangt een uitkering van het UWV van bijna € 20.000. Uit zijn BV krijgt hij geen salaris. Een belastingcontrole leidt tot een inkomenscorrectie van het gebruikelijk loon, destijds € 44.000. De DGA heeft in het betreffende jaar maar vier maanden gewerkt. Is het gebruikelijk loon te hoog vastgesteld?
Gebruikelijk loon tijdsevenredig?
Het gerechtshof komt op basis van de wet tot de conclusie dat het gebruikelijk loon niet tijdsevenredig moet worden toegepast. Nu vaststaat dat de DGA in het betreffende jaar werkzaamheden voor de BV heeft verricht, is het gebruikelijk loon in beginsel ten minste (destijds) € 44.000.
Gebruikelijk loon toch lager?
Het is aan de DGA om aannemelijk te maken dat het gebruikelijk loon om andere redenen lager moet worden vastgesteld. Bijvoorbeeld omdat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan (destijds) € 44.000. De DGA slaagt hier niet in. In de processtukken zit bovendien een contract op basis waarvan de BV een arbeidsvergoeding krijgt van minimaal € 410 per dag met een maximum van € 45.100 voor vijf maanden. De BV heeft in het betreffende jaar van dezelfde opdrachtgever in totaal ruim € 88.000 ontvangen.
Let op: Het gebruikelijk loon is in 2022 € 48.000. In 2023 vervalt de zogenaamde doelmatigheidsmarge. U kunt dan niet meer volstaan met slechts 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.