Vrijstelling arbovoorzieningen gewijzigd

Vrijstelling arbovoorzieningen gewijzigd
25 februari 2022


Vanaf 1 januari 2022 geldt geen gerichte vrijstelling meer voor alle arbovoorzieningen. De gerichte vrijstelling geldt alleen nog voor arbovoorzieningen die verplicht zijn volgens de Arbeidsomstandighedenwet. Welke voorzieningen kunt u nog wel, en welke niet meer, belastingvrij verstrekken?

Vóór 2022 gold de voorwaarde dat de arbovoorziening voortvloeide uit het arbobeleid van de werkgever. In een arbobeleid kan een werkgever voorzieningen opnemen die niet verplicht zijn. Een cursus stoppen met roken, een stoelmassage, gezondheidschecks en sportieve activiteiten zijn voorbeelden hiervan. Vanaf 2022 zijn deze dus niet meer zomaar gericht vrijgesteld.

Verduidelijking gerichte vrijstelling arbovoorzieningen
Met ingang van 1 januari 2022 is de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen gewijzigd, waarmee wordt verduidelijkt dat alleen voorzieningen die direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever zijn vrijgesteld. Arbovoorzieningen zijn alleen gericht vrijgesteld indien ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De voorzieningen vloeien rechtstreeks voort uit de Arbeidsomstandighedenwet. Het gaat dan kort gezegd om voorzieningen die zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer.
  • De werknemer gebruikt of verbruikt de voorzieningen op de (thuis)werkplek (geheel of gedeeltelijk) of op een plaats waar u uitvoering geeft aan de Arbeidsomstandighedenwet.
  • U brengt geen kosten ten laste van de werknemer. Oftewel de werknemer mag geen eigen bijdrage betalen voor de voorzieningen. Ook het uitruilen van een belast loonbestanddeel tegen een onbelaste voorziening is in dit verband een eigen bijdrage, bijvoorbeeld bij cafetariaregelingen.

Het gaat bijvoorbeeld om de volgende arbovoorzieningen:

  • een veiligheidsbril met geslepen glazen voor een laborant of lasser
  • een zonnebril voor een chauffeur of piloot
  • een ergonomisch verantwoorde bureaustoel
  • een voetenbankje bij beeldschermwerk
  • een beeldschermbril
  • speciale isolerende of beschermende kleding
  • een verplichte medische keuring
  • een aanstellingskeuring
  • een EHBO-cursus. Dit geldt ook voor herhalingscursussen en bijscholing in verband met het EHBO-diploma. Krijgt de werknemer met een EHBO-diploma hiervoor een toeslag, dan is deze toeslag wel als loon belast.

Luxere uitvoering arbovoorziening
Als uw werknemer een luxere, even veilige, uitvoering van dezelfde voorziening of upgrade van een arbovoorziening wenst (een duurder montuur bij een computerbril of een duurdere stof op een bureaustoel), dan is dat mogelijk, maar geldt de gerichte vrijstelling niet voor de extra kosten die hiermee gepaard gaan. Voor deze extra kosten of een niet-verplichte arbovoorziening, kunt u een eigen bijdrage van de werknemer vragen. Deze eigen bijdrage brengt u in mindering op het nettoloon.

U kunt in plaats daarvan ervoor kiezen de extra kosten of een niet-verplichte arbovoorziening aan te wijzen als eindheffingsloon en ten laste van de vrije ruimte brengen, met inachtneming van het gebruikelijkheidscriterium. De voorziening blijft dan onbelast voor uw werknemer. U kunt voor de extra kosten of de niet-verplichte arbovoorziening ook gebruik maken van een  cafetariaregeling. .

Tip: In het verleden is goedgekeurd dat een cursus stoppen met roken en een stoelmassage altijd generiek onder de gerichte arbovrijstelling vielen. Met ingang van 1 januari 2022 is dat niet langer het  geval. Indien stoelmassage op de werkplek wordt aangeboden, geldt hiervoor over het algemeen een nihilwaardering met hetzelfde effect als een vrijstelling. Daarnaast kunnen deze voorzieningen in bijzondere situaties mogelijk wel onder de gerichte arbovrijstelling vallen. We adviseren u graag over de mogelijkheden.

Dit bericht is geplaatst in nieuws. Bookmark de permalink.