Een directeur-grootaandeelhoudster (dga) rijdt in een BMW 118i van de zaak. Noch bij de holding, noch bij de werkmaatschappij heeft in de loonaangiften bijtelling voor privégebruik van de auto plaatsgevonden. De Belastingdienst corrigeert de bijtelling en legt naheffingsaanslagen met boete op. De dga stapt namens de holding naar de rechter.
Wettelijk kader
Indien een auto door een werkgever ook voor privédoeleinden ter beschikking wordt gesteld aan een werknemer, dan wordt als uitgangspunt een voordeel als loon in aanmerking genomen (de bijtelling privégebruik). Een auto wordt geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (het wettelijk vermoeden van privégebruik). Dit wettelijk vermoeden houdt stand, tenzij de dga overtuigend aantoont dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt. Dit kan aan de hand van een rittenregistratie, maar bewijs mag ook op een andere manier worden geleverd. Woon-werkverkeer wordt geacht niet voor privédoeleinden plaats te vinden.
Beoordeling rittenadministratie van dga
Ten aanzien van de rittenregistratie overweegt de rechter als volgt. Het valt op dat de dga twee rittenregistraties over dezelfde periode heeft verstrekt en dat de begin- en eindstand van de kilometerteller per registratie verschilt. Verder constateert de rechter een verschil van ongeveer 250 kilometer tussen de afgelegde kilometers woon-werkverkeer volgens de rittenregistratie en de afgelegde kilometers woon-werkverkeer volgens de berekeningen op Google Maps en de ANWB-routeplanner. Ook stelt de rechter vast dat op een dag en tijd waarop volgens de rittenregistratie de woon-werkverkeer route werd gereden, een verkeersovertreding is geconstateerd op een andere plek. Voor genoemde punten heeft de dga geen overtuigende verklaring kunnen geven.
Nu de rittenregistratie geen betrouwbare weergave vormt van het werkelijke gebruik van de auto (feitelijke kilometerstanden, feitelijk afgelegde routes en feitelijke gebruiker) is deze niet sluitend en verwerpt de rechter deze in het geheel. De dga heeft ook niet op een andere manier doen blijken dat ze met de aan haar ter beschikking gestelde auto niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden.
Oordeel rechter
De DGA is niet in haar bewijslast geslaagd om overtuigend aan te tonen dat geen sprake is geweest van privégebruik van de auto. Het gelijk is aan de Belastingdienst.
Let op: Een sluitende rittenadministratie is toch echt de beste methode om bijtelling wegens privégebruik te voorkomen als u op jaarbasis daadwerkelijk niet meer dan 500 privékilometers rijdt.